• Blog
  • Zonnepanelen of zelfstroomcentrale? Twee duurzame oplossingen vergeleken

  • Zonnepanelen zijn overal. Dat heeft natuurlijk veel te maken met de gulle subsidies van destijds, en de panelen zelf zijn vandaag ook een stuk goedkoper geworden. Een andere manier om zelf stroom te produceren is de Elugie zelfstroomcentrale. Die draait op waterstoftechnologie. Minder bekend, maar wel aan een stevige opmars bezig. Wat is de beste oplossing voor de toekomst? En de minst dure?
Bjorn Van Haver

Duurzaam betekent vaak dichtbij. Dat geldt voor groenten en fruit, maar eigenlijk ook voor elektriciteit. Als je beseft dat onze klassieke energiecentrales gemiddeld 60% van de opgewekte energie verliezen (vooral aan warmte) en nog eens 8 tot  12% tijdens het transport over een zwaar verouderd stroomnet, dan moet je Greta Thunberg niet zijn om te beseffen dat het anders moet. Zelf stroom produceren is de logische oplossing, thuis of in je bedrijf. Maar daarvoor bestaan verschillende manieren.

 

Water of vuur: de zon versus waterstof          

Zonnepanelen bevatten fotovoltaïsche cellen die licht omzetten in gelijkstroom. De zon is nog lang niet opgebrand, dus natuurlijk is dat volledig duurzame energie. Met een oppervlakte van 70m2 kom je in België aan ongeveer 13.000 kWh op een jaar. De zonnecellen hebben een levensduur van ongeveer 25 jaar, daarna begint het rendement te verminderen.

Een zelfstroomcentrale, ongeveer zo groot als een wasmachine. De centrale ‘kraakt’ waterstofgas (uit het gewone gasnet), voegt daar lucht aan toe en maakt veel energie vrij: 60% elektriciteit en 30% warmte. Je bepaalt zelf hoeveel je produceert en op welk moment. De duurzaamheid hangt af van welk gas je zal kiezen. Aardgas heeft een uitstoot van 50% minder CO2, groengas komt uit 100% hernieuwbare bronnen. Het enige wat je dan nog uitstoot, van bij de productie tot aan het verbruik, is waterdamp.

 

Echte onafhankelijkheid van het net?

Het grote verschil tussen zonnepanelen en een zelfstroomcentrale zit hem niet in de duurzaamheid, daar scoren ze allebei goed. Het zit hem in de stabiliteit. We leven nu eenmaal niet op Cuba. De zon schijnt in België maar een paar maand op volle kracht. Met zonnepanelen produceer je 80% van de energie in de zes warmste maanden, terwijl we maar 2% binnentrekken in januari en februari. We blijven dus zeer afhankelijk van het klassieke elektriciteitsnet.

Tot nu toe kon je op piekmomenten nog verdienen aan je zonnepanelen, omdat je de overtollige stroom kan afgeven aan het net. Je meter draaide gewoon netjes achteruit. Maar dat is aan het veranderen. Je betaalt nu al een zogenaamde prosumenten taks , en in de toekomst wordt het nog veel duurder door de slimme meters die allemaal vasthangen aan het smartgrid. Hoezo?

Eenvoudig gezegd: dan speelt enkel nog vraag en aanbod. Op piekmomenten zal het zelfs geld kósten om stroom uit zonnepanelen aan het net af te geven. In de winter wordt het veel duurder om nog stroom te krijgen. Een zelfstroomcentrale omzeilt dat probleem, want daarmee kies je zelf wanneer je produceert. Aan de zon kan je niet vragen om ’s nachts te schijnen, maar een zelfstroomcentrale doet wat jij wil.

 

Het kostenplaatje 

Ook de Vlaamse overheid ziet intussen in dat er toekomst zit in de waterstofeconomie. Voor elke zelfstroomcentrale krijg je een subsidie van 2.236 euro. Bedrijven krijgen nog een extra fiscaal voordeel, want de centrale mag voor 125% in de kosten. 

Elugie, de Belgische pionier in zelfstroomcentrales, werkt voor bedrijven ook met leasingcontracten, zodat de investering een nuloperatie wordt. Ook gezinnen met een groter verbruik verdienen de centrale terug door de besparingen op de energiefactuur.