• Opiniestuk
  • Waarom nog grote gascentrales als duizenden kleintjes het beter doen?

  • Het is elk jaar hetzelfde liedje. Nog vóór Mariah Carey aan ‘All I want for Christmas’ begint, moeten wij het nog even over onze energievoorziening hebben. Politici rollen over elkaar met meningen over hoe finaal de finale kernuitstap is. Is het nu echt gedaan, of zit er toch nog ergens een stok achter de deur? Nieuwe grote gascentrales krijgen dan weer de wind van voren omdat ze niet duurzaam zijn. Maar er is een alternatief waarover je te weinig hoort: de zelfstroomcentrale op waterstoftechnologie.
Bjorn Van Haver

België is de ideale wereld niet. Natuurlijk moeten we naar 100% duurzaam, maar de zon schijnt hier niet zoals in de Caraïben en de wind blaast hier niet zoals over de toendra. Natuurlijk moeten we investeren in duurzame bronnen, maar zolang we de zon niet ’s nachts kunnen laten schijnen of de integrale kustlijn vervangen door windmolens, zijn we er niet. We moeten onze energienoden voorlopig anders opvangen.

Met kernenergie willen we dat niet meer, want we hebben niet de juiste vuilnisbak voor het nucleaire afval. Punt. Vandaar die andere oplossing op de korte termijn: nieuwe grote gascentrales. Daar zijn drie problemen mee. Ten eerste: ze zijn niet efficiënt. Ten tweede: ze zijn niet duurzaam genoeg. Ten derde: we hebben ze niet zelf in handen. Het zijn stuk voor stuk problemen die een zelfstroomcentrale kan oplossen. Want échte energievrijheid begint daar.

 

Wat is dat, een zelfstroomcentrale?

Een zelfstroomcentrale staat, zoals het woord zegt, bij de gebruiker zelf. De compacte centrale, niet veel groter dan een wasmachine, zet waterstof uit gas om in elektriciteit. De aanvoer van het gas gebeurt via het klassieke net. Het gas wordt niet verbrand maar ‘gekraakt’ tot waterstof die in een reactie met zuurstof de elektriciteit produceert. De restwarmte gaat meteen naar het sanitair of de centrale verwarming en er is geen stroomverlies omdat productie en verbruik samenvallen. 

Vergelijk dat eens met de klassieke gascentrale. Bij grote centrales gaat een onwaarschijnlijke 60% verloren aan warmte. Gewoon weg, verloren in de grote koeltorens die je langs de snelweg ziet. Daarna moet de opgewekte elektriciteit ook over het stroomnet tot bij de mensen thuis geraken. Langs die honderden kilometers aan kabels verliezen we nog eens 8 tot 12% van de elektriciteit. Het is een enorm energieverlies van meer dan 70% dat we wél met zijn allen betalen op onze maandelijkse factuur. Als je alles bij elkaar telt, is een zelfstroomcentrale 43% efficiënter dan een grote gascentrale. En voor de eindgebruiker dus ook zoveel goedkoper.

 

Efficiënter, maar ook duurzamer

Hoe zit het met de duurzaamheid? Gascentrales maken stroom uit een fossiele bron: aardgas. Die mastodonten stoten dus wel degelijk CO2 , fijnstof en zware metalen uit. Met duizenden kleine zelfstroomcentrales zouden we ook daar veel beter scoren. Een zelfstroomcentrale verbrandt het gas namelijk niet, maar kraakt het tot waterstof dat vervolgens reageert met zuurstof. Daarbij komt geen fijnstof vrij, geen zware metalen en veel minder koolstofdioxide. 

Hoeveel precies, dat hangt af van het gas waarmee je de zelfstroomcentrale voedt. Wie aardgas gebruikt, stoot 50% minder CO2 uit. Wie een abonnement neemt op groengas, doet het met 98% minder dan een grote gascentrale. In dat laatste geval brengt je de voetafdruk dus terug tot bijna nul, in de hele keten van stroomopwekking tot stroomverbruik.

 

Energie neem je beter in eigen handen

Behalve efficiënte en duurzaamheid is er nog een derde vraag: wie heeft onze stroom in handen? Nieuwe gascentrales komen er dan misschien wel op Belgische bodem, maar daarmee zijn ze nog niet van ons. De grote energiespelers hebben hun aandeelhouders in het buitenland. Waarom aanvaarden we dat zomaar? Met zelfstroomcentrales nemen we letterlijk het heft in eigen handen en houden we de centen in onze economie.

Kortom: zelfstroomcentrales zijn efficiënter, duurzamer en lokaler. Ze zijn bovendien geen vage toekomstmuziek, ze bestaan nu al. In België hebben 500 pioniers de overstap al gemaakt. Dat zijn zowel KMO’s als particulieren met een groot verbruik (zoals gezinnen met een elektrische wagen). De belangrijkste speler in dit verhaal heet Elugie, voorlopig de enige in zijn soort en ondersteund door de Vlaamse overheid. Wie een Elugie zelfstroomcentrale plaatst, krijgt een subsidie van 2.236 euro. KMO’s mogen de investering ook voor 125% in hun kosten steken.

 

De waterstofpioniers bij ons

Waarom zijn er nog zo weinig zelfstroomcentrales? Omdat onbekend onbemind is en omdat we elk jaar teveel energie steken in hetzelfde oeverloze debat in plaats van fundamenteel over energie-onafhankelijkheid na te denken. De Japanners hebben hun les wél geleerd in de nasleep van Fukushima. Intussen zoemen daar 300.000 compacte centrales om elektriciteit te produceren uit gas. Zelfstroomcentrales zijn daar de nieuwe standaard. 

In plaats van te blijven touwtrekken over de kerncentrales of te wachten tot de ideale wereld er is, kunnen we als burgers beter nu al iets doen om de zaak vooruit te helpen. Want het volgende ‘big thing’ moet geen grote gascentrale zijn, maar duizenden kleintjes.